Veel landen hebben miljarden toegezegd aan hulp voor de opbouw van Afghanistan. Maar de laatste 5 jaar vragen de Afghanen zich keer op keer af: "Waar is het geld gebleven?" Dat zou iedere belastingbetalende burger zich af moeten vragen. Het officiële antwoord is dat het geld is verdwenen door de corruptie in Afghanistan.
Fantoomhulp
Maar wiens corruptie bedoelt men eigenlijk? Een rapport van juni vorig jaar van de prestigieuze NGO Action Aid (Johannesburg) legt de Westerse werkwijze haarfijn uit. Ze concludeerde dat ongeveer 40% van de ontwikkelingshulp in de wereld tastbaar is, en de rest is fantoomgeld. Een deel van bestaat alleen als aftrekpost, bijvoorbeeld voor de bouw van een luxueuze ambassade in het ontvangende land. Een ander deel komt de grens niet eens over, maar wordt direct gestort op de bankrekening van ontwikkelingshulp 'experts'. Het rapport concludeert dat veel geld verdwijnt in te dure ("overpriced") en ineffectieve "technische assistentie", zoals die van hot shot expertise- en consultancy-bureau's. Een ander groot deel wordt gegeven met de voorwaarde dat er producten van worden gekocht van het donorland. Zelfs wanneer - of juist wanneer - sommige goederen aanwezig en goedkoper zijn in het ontwikkelingsland. Ook wordt financiële hulp gebruikt voor het bouwen van militaire complexen en het omkopen van Afghanen om informatie te verstrekken aan soldaten.
De reputatie van de VS in deze zelfverrijking overtreft met gemak die van andere donorlanden. Frankrijk staat op nummer twee als grootste donor van fantoomhulp. 47% van de Amerikaanse hulp gaat naar de eigen adviesbureaus, ter vergelijking Zweden 4%, Luxemburg en Ierland 2%. 70% van de Amerikaanse hulp komt retour door de aankoop van Amerikaanse producten, met name in wapens en wapensystemen. Action Aid rekende uit dat 86 cent van elke dollar financiële hulp wordt uitgegeven aan dergelijke fantoomhulp.
Vorig jaar stuurde George Bush zijn vrouw naar Kaboel voor enkele photo-ops, en de New York Times omschreef haar missie: "toezegging van langdurige Amerikaanse hulp voor onderwijs van vrouwen en kinderen" in de vorm van een bedrag van 17.7 miljoen dollar. Feit was dat dit bedrag al eerder toegezegd was, maar niet voor onderwijs voor vrouwen en kinderen, maar voor de bouw van een private, en dus op winst gerichte universiteit voor de Afghaanse en internationale elite. Amerikaans belastinggeld: publieke gelden die in privéondernemingen worden gestopt.
In 2001 stelde Andrew Natsios, voormalig hoofd van USAID, dat Amerikaanse ontwikkelingshulp "een instrument van het buitenlandbeleid" is, dat andere landen helpt om "een betere markt te creëeren voor Amerikaanse exportproducten." Inmiddels heeft de State Department het bestuur USAID overgenomen en heeft zij een exclusieve lijst met de (ook van Irak bekende) Amerikaanse bedrijven samengesteld om het genoemde doel te bereiken. De uiteindelijke opdracht gaat naar het bedrijf met het beste voorstel, en dat wordt op ongeveer dezelfde manier geconstrueerd als wat we van de Nederlandse bouwfraude kennen, met onderlinge prijsvragen en afkoopsommen. Voor de uitvoering van het hulpproject wordt geen prijs afgesproken dus de sky is the limit. Enkele bedrijven zijn: Kellogg, Brown & Root (zusterbedrijf van Halliburton), DynCorp, Blackwater, The Louis Berger Group, The Rendon Group e.a. De Afghanen die voor deze bedrijven werken verdienen ongeveer 5 dollar per dag. De eigen ingenieurs, adviseurs en huurlingen doen het voor 1000 dollar per dag.
De weg naar Talibanië
Op de website van USAID lezen we o.a. over het project Kabul-Kandahar Highway als een onnavolgbare success story, een weg tussen Kaboel en Kandahar, een van Karzai's campagnebeloftes.. USAID gaf de 13 miljoen dollar die hiervoor was uitgetrokken door aan de VN en die delegeerde het werk. Echter, in 2005 kwam het project in de Kabul Weekly onder de titel "Mijoenen verspild aan slechte wegen". De Afghaanse journalist Mirwais Harooni schreef dat de weg gebouwd kon worden voor 250.000 dollar per kilometer door bedrijven uit andere landen, maar dat de opdracht werd uitbesteed aan de Amerikaanse Louis Berger Group voor 700.000 dollar per kilometer - en dat waren er 389. Waarom? Omdat Amerikanen het beter doen natuurlijk, hoewel Berger al jaren achterliep op het schema van de te bouwen Afghaanse scholen, een contract van 665 miljoen dollar. En de door Berger gebouwde ziekenhuizen schijnen half op instorten te staan. Berger liet het wegwerk uitvoeren door Turkse en Indiase onderaannemers voor een uiteindelijke 1 miljoen dollar per mijl: een smalle tweebaansweg zonder berm die nu al uit elkaar valt omdat er geen rekening is gehouden met onderhoud. Maar daar blijft het niet bij. Om Karzai tevereden te stellen gaan ze er een tolweg van maken, waarop de toch al verarmde Afghanen voor 20 dollar per maand mogen rijden. Op deze manier int de Afghaanse regering 30 miljoen dollar per jaar van deze "Amerikaanse gift aan het Afghaanse volk" en verlicht het de "lasten" van de Amerikaanse ontwikkelingshulp.
Zo vreemd is het niet dat de gewone Afghanen denken dat ontwikkelingshulp voor buitenlanders bedoeld is. Aan het eind van de beruchte snelweg, in Kaboel, klagen de Afghanen over de luxe restaurants waar de consultants, technici en buitenlanders, mannen en vrouwen, zich tegoed doen aan copieuze maaltijden, alcohol drinken en zich halfnaakt in een zwembad laten zakken. En de Afghanen klagen over de inmiddels meer dan tachtig opgerichte bordelen waarin voorzien wordt in de behoeften van de Westerse man. Ze klagen over hun stad die nog steeds een puinhoop is, dat duizenden werkeloos zijn, kinderen honger lijden, scholen en ziekenhuizen overvol zijn, dat vrouwen in boerka aan de weg staan te bedelen of de prostitutie ingaan, dat kinderen ontvoerd en verkocht worden als slaven of vermoord om hun nieren of ogen.
Aan de andere kant van de weg, in Kandahar City, Karzai's woonplaats, en in de zuidelijke provincies Kandahar, Helmand, Zabul, en Uruzgan heeft Talibanleider Mullah Dadullah 12.000 gewapende strijders en zelfmoordsoldaten onder zijn bevel. De burgers die lijden onder zowel de Taliban als de buitenlandse troepen in het zuiden en oosten vragen zich allang niet meer af waar het geld is gebleven. Zij vragen zich doodeenvoudig af wie en waar hun regering is. En hoe het met de beloofde "vrede" zit.
'Hulp voor Afghanistan verdubbelen'
Met 52 miljoen euro was 'Afghanistan' in 2004 de grootste ontvanger van Nederlands ontwikkelingsgeld. Volgens De Hoop Scheffer moet dat nog veel meer worden: "De G-8-landen, de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Wereldbank, de ontwikkelingsorganisaties en andere, zij moeten allemaal hun inzet verdubbelen om de capaciteit van de Afghaanse overheden uit te bouwen, om de economie te herstellen en de wederopbouw te versnellen." Fijne partner voor de VS, onze Jaap. Maar ook Bot, Van Ardenne en Kamp zijn prima promotors van het Amerikaanse bedrijfsleven: voor de periode 2007-2009 zegden zij 100 miljoen euro toe.
Daar gaan dus weer veel bedrijven van profiteren. Er ligt momenteel zoveel geld voor het oprapen dat het aantal NGO's (onafhankelijke hulporganisaties) in Afghanistan in drie jaar ongeveer verzevenvoudigd is: "de NGO's schieten als paddestoelen uit de grond." Het Nederlandse geld gaat naar het Afghanistan Reconstruction Trust Fund, wiens eigenaar de World Bank is (met als directeur Paul Wolfowitz, grondlegger van de inval in Irak). Die heeft ervoor gezorgd dat de medische zorg in Afghanistan geheel geprivatiseerd werd door simpelweg het dichtdraaien van de geldkraan naar het Afghaanse Ministerie van Gezondheidszorg. Het geld wordt direct naar de buitenlandse NGO's gesluisd die zodoende winst kunnen maken met hun privéklinieken. Hetzelfde gebeurt met water, telecommunicatie, olie, gas en mijnbouw. De World Bank heeft de Afghaanse regering tevens "verzocht" het electriciteitsnet over te dragen aan "buitenlandse investeerders". Resultaat: Kaboel is momenteel de enige plek in Afghanistan met gegarandeerd 3 uur electriciteit per dag.
Enkele bronnen:
Afghanistan Inc., een Corpwatch onderzoeksrapport, mei 2006.
How U.S. dollars disappear in Afghanistan: quickly and thoroughly, San Francisco Chronicle, 3 september 2006
De Hoop Scheffer: meer steun voor Afghanistan, Brabants Dagblad
Bringing business to Afghanistan - Conference on investment and business opportunities in Afghanistan, toespraak van minister Van Ardenne, februari 2006
NGOs baking aid cake, eating it, The National Business Review 8 april 2005
Naomi Klein: The Rise of Disaster Capitalism, 17 april 2005
War Returns with a Vengeance as Allies Fail the Afghan People, The independent, 25 mei 2004
Western Projects are Bleeding Afghanistan Dry, Says Minister, The Independent, 18 mei 2006
Klasse artikel dit.
ReplyDeleteDat met die Amerikaanse universiteit in Afghanistan vind ik trouwens niet eens zo'n heel slecht idee. De VS doet dat trouwens wel meer, Amerikaanse universiteiten in het buitenland openen. In veel arme landen zijn de universitaire standaarden nogal laag en vaak kunnen studenten zich ook nog door examens heenkopen. Door Amerikaanse universiteiten in ontwikkelingslanden op te richten kunnen studenten daar aan een diploma geraken dat voldoet aan de hoogste internationale standaarden.
Okee, die studenten zijn meestal vrij rijk of hyperintelligent, en ze duiken na hun afstuderen bijna allemaal de "green card lottery" in, maar dit programma voorkomt wel dat die landen voor de komende decennia al het universitair geschoold personeel uit het buitenland moeten halen.