25 September 2010

Al-Arakib is al vijf keer van de kaart geveegd

Het al vijf maal verwoeste dorp Al-Arakib in de Negev-woestijn is het symbool geworden van de bedoeïenenstrijd in Israël. Van wie is het land? Semi-nomaden versus een moderne bureaucratie.

Tubantia | 25 september 2010



AL-ARAKIB - "Daar was de keuken en hier was onze badkamer." Salim Mohammed al-Arakib (46) vist een plastic wc-bril op uit het puin en houdt hem als een trofee omhoog. Maar hij wordt pas echt kwaad als hij zijn gevelde olijfboom laat zien, ontworteld door de bulldozers van de Israëlische overheid. "Dit raakt mijn hart", zegt hij, terwijl hij een paar bestofte olijven in zijn hand laat rollen.

Al-Arakib, Mohammeds woonplaats, is een niet officieel erkend dorp in de Israëlische Negev-woestijn. Dat betekent dat hij, zijn vrouw en tien kinderen niet kunnen beschikken over stromend water, elektriciteit, riolering en andere moderne gemakken. Het houdt ook in dat hun dorp ieder moment van de kaart kan worden geveegd.

Op 27 juli van dit jaar arriveerde een politiemacht van 1500 man in Al-Arakib. Binnen de kortste keren stonden de 300 inwoners onder de brandende zon in het dorre landschap. Daarna deden de bulldozers hun verwoestende werk. Na een paar dagen keerden de bedoeïenen terug, zetten tenten en hutten neer en bouwden nieuwe omheiningen voor het vee. De politie kwam en verwoestte opnieuw. Die cyclus heeft zich nu vijf maal herhaald.


Een biddende vrouw in de 'eettent' van het dorp Al-Arakib, in de Negev-woestijn. Foto: EPA

Mohammed al-Arakib verwacht binnenkort opnieuw te worden verdreven van wat hij beschouwt als het land van zijn voorvaderen. Hij opent de deur van zijn Volkswagenbus, die hij tot de nok heeft volgeladen met persoonlijke bezittingen. "Als ze komen, kan ik zo wegrijden", zegt hij. "Mijn oudste dochter studeert aan de Universiteit van Be'ersheba en in juli konden we zelfs haar boeken niet redden. Dat gebeurt me niet nog eens." Sinds juli is Al-Arakib het symbool van de bedoeïenenstrijd in de Negev. "Een tikkende tijdbom", noemde schrijver Amos Oz vorige maand de situatie. Op de bezette Westelijke Jordaanoever staan honderden nederzettingen, waarvan een flink aantal zelfs volgens het Israëlische recht illegaal is gebouwd. Maar er wordt niets tegen ondernomen. Dat helpt niet bij de verdediging van het overheidsbeleid in de Negev, ook zijn de problemen daar beter vergelijkbaar met die van bijvoorbeeld de Aboriginals in Australië. De bedoeïenen in niet erkende gemeenschappen leven een seminomadenbestaan, moeilijk inpasbaar in een moderne samenleving.

Sheich Saya Abu-Mediam al-Turi, dorpshoofd van Al-Arakib, toont bezoekers documenten uit de Ottomaanse en Britse tijd die volgens hem zonneklaar aantonen dat het land toen al eigendom was van zijn familie. "Die stukken bewijzen niets. Het zijn overeenkomsten tussen bedoeïenen onderling. Voor de rechter tellen alleen de Ottomaanse en Britse kadasters", zegt Havatzelet Yahel, juriste bij het overheidsdepartement dat het land van de Negev beheert. Ze noteert verder dat sjeik Mediam twee kapitale huizen bezit in de nabijgelegen, en officieel erkende, bedoeïenenstad Rahat. Aangekocht met een royale overheidssubsidie. Ook de meeste andere bewoners van Al-Arakib zouden in Rahat huizen bezitten.

"Het illegale dorp is pas in 1998 gesticht", zegt Yahel. De bedoeïenen bevestigen dat, maar zeggen dat ze met hun terugkeer naar het voorvaderlijke land hun rechten wilden verdedigen. Israël beschouwt het als staatsdomein en zegt dat het die status al had in de Ottomaanse en Britse tijd.

Zo'n 35 procent van de bedoeïenen van de Negev woont in 45 niet erkende dorpen waar ze, noodgedwongen zonder vergunning, jaarlijks vijfduizend bouwsels neerzetten, variërend van kippenhokken tot villa's en bedrijfshallen. De rest is gehuisvest in zeven legale gemeenschappen, met nog eens negen in de maak. Een niet erkend dorp, bestaande uit tientallen families (chamula's), kan wel 20 km2 beslaan. Zo liggen er meer dan tweeduizend kleine woongemeenschappen verspreid over de Negev. Dat maakt legalisering en het aanleggen van infrastructuur praktisch gezien onmogelijk. In 2008 heeft een commissie onder oud-opperrechter Eliezer Goldberg aanbevolen meer bedoeïennederzettingen samen te voegen in clusters en te legaliseren volgens vastgestelde normen en compensaties. Maar de uitvoering van dat plan zal vele jaren in beslag nemen.

Video van de vijfde keer dat Al-Arakib verwoest werd.

No comments:

Post a Comment