7 June 2010

Hoe de Europese buitenlandministers in naam van de Europeanen aan buitenlandpolitiek doen

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties keurde woensdag 2 juni 2010 een resolutie goed voor het sturen van een ‘onafhankelijke onderzoeksmissie om schendingen van het internationaal recht te onderzoeken die het gevolg zijn van de Israëlische aanvallen op het hulpkonvooi'. België is lid van de Mensenrechtenraad. 32 landen stemden vóór, drie landenstemden tegen (VS, Italië en Nederland). België en 8 andere landenonthielden zich. België is nochtans voorstander van een onafhankelijk onderzoek. Een poging tot verklaring van en kritiek op deze op het eerste zicht onbegrijpelijke gang van zaken.

De resolutie [1]

“De onthouding van België had niet te maken met de inhoud van de resolutie, maar wel met de gevolgde methode, zegt een bron bij Buitenlandse Zaken. De Belgische diplomatie had de indruk dat het mogelijk was om een consensustekst uit te werken onder alle leden van de Raad; daarbij circuleerde een piste waarbij het onderzoek gevoerd zou worden onder autoriteit van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon” bericht De Standaard.

In een persbericht licht de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere de Belgische onthouding toe. Ook premier Yves Leterme vond het de moeite om de toelichting op zijn website te publiceren: “Ons land heeft zich in Genève ingezet voor een consensus onder de EU partners en ook ten gunste van een consensus binnen de Mensenrechtenraad. Toen dit niet mogelijk bleek hebben we ons net zoals de meerderheid van onze EU partners onthouden. In onze nationale stemverklaring hebben we ons uitgesproken ten gunste van een internationaal onderzoek, de onthouding moest onze teleurstelling tot uiting brengen over het onvermogen van de onderhandelaars een consensus te bereiken binnen de Raad Mensenrechten. Een consensusbeslissing in de Raad Mensenrechten zou ongetwijfeld de resolutie een grotere legitimiteit hebben gegeven ten aanzien van de Israëlische regering.”

“België sluit zich aan bij de verklaring van de VN Veiligheidsraad die oproept tot een snel, onpartijdig, geloofwaardig en transparant onderzoek volgens de internationale normen. Tenslotte heeft België in zijn nationale verklaring naar aanleiding van de stemming in de Mensenrechtenraad in Genève over de actie van Israel, duidelijk zijn steun uitgesproken voor een internationaal onderzoek en er aan toegevoegd dat het onderzoek zelf belangrijker is dan een lange discussie over de modaliteiten ervan (…) Niettegenstaande onze diplomatieke inspanningen om tot die eensgezindheid te komen, teneinde de impact van de vraag naar een onderzoek te vergroten, zag België zich genoodzaakt om zich samen met de meeste EU-partners te onthouden.”

“De Minister van Buitenlandse Zaken heeft onmiddellijk zijn steun uitgesproken voor de bijeenroeping van het Politiek en Veiligheidscomité van de Europese Unie en onze Ambassadeur de opdracht gegeven om het voorstel betreffende een internationaal onderzoek naar de feiten te laten opnemen in de verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands- en Veiligheidsbeleid, mevrouw Ashton, in naam van de Europese Unie. België sluit zich aan bij de verklaring van de VN Veiligheidsraad die oproept tot een snel, onpartijdig, geloofwaardig en transparant onderzoek volgens de internationale normen” lezen we nog bij premier Leterme.

De paragraaf waarover de EU struikelde, was deze: “Decides to dispatch an independent international fact finding mission to investigate violations of international law, including international humanitarian and human rights law, resulting from the Israeli attacks on the flotilla of ships carrying humanitarian assistance.” Sommige EU-lidstaten wilden geen tweede Goldstone-achtige fact-finding missie, maar een onderzoek onder de autoriteit van de VN Secretaris-Generaal. Een aantal landen die vóór de resolutie stemden, hielden vast aan de fact-finding missie. Dan wordt tussen EU-buitenlandministers alles op alles gezet om zich dan maar ‘en masse’ te onthouden.

België was vóór de resolutie. De nationale stemverklaring, waarover Leterme spreekt, is niet terug te vinden in de debatten. België verkiest een eensgezinde EU-stem van onthoudingen boven een stem vóór de mensenrechten, zelfs de mensenrechten van de eigen staatsburgers. Niemand kan zich in de plaats stellen van de 5 Belgen die zich op de vloot bevonden en waarvan er een aantal zelfs gewond raakten, maar men zou voor minder zijn vertrouwen in de Belgische diplomatie verliezen.

België haalt wel impliciet uit naar Nederland. Nederland gaf volgende draai aan hun tegenstem: “The Netherlands wanted to see more consensus on this issue and regretted that the majority of the proposals made by the European Union were not incorporated by the sponsors of the resolution. That was the reason for which the Netherlands would vote against the resolution.”

Hetzelfde geluid horen we bij Frankrijk, als verantwoording voor hun onthouding: “France had hoped that the Human Rights Council, like the Security Council, could speak unanimously. However, it was not possible to find a common language on certain aspects of the text, and it was regretted that the proposed amendments of the European Union had been ignored. France would therefore abstain from the vote - but this did not impact its wish to establish the truth of the events.”

Het kan ook anders. Noorwegen, uiteraard niet gebonden door het dictaat van de EU-consensus, komt moediger uit de hoek: “Norway believed the Human Rights Council should act in full coordination with the Security Council, the Secretary-General, and other relevant United Nations bodies when responding to this incident. On this basis, it had argued for a decision by the Council tasking the Secretary-General of the United Nations to lead this investigation, and regretted that this was not retained, as this would have secured a more coordinated and effective response by the United Nations. Norway voted for the resolution as it believed that this tragic incident should be independently and internationally investigated.” Ook Noorwegen betreurt dat het onderzoek niet onder de autoriteit van de VN secretaris-generaal zal gebeuren, maar stemde toch vóór de resolutie omdat het een sterk signaal wilde geven.

België betreurt dat een EU-consensus niet mogelijk bleek. Men kan zich vragen stellen bij dat dictaat van de EU-consensus. In de VN Mensenrechtenraad is de EU niet als EU vertegenwoordigd, maar zijn slechts enkele EU-lidstaten tijdelijk lid. Dat ze ook dan hun stem laten afhangen van een gezamenlijk EU-standpunt lijkt eerder een voorwendsel om andere belangen die meespelen, toe te dekken.

Enkel Slovenië vond een sterk signaal en steun voor de resolutie blijkbaar meer waard dan onderling bekvechten over de modaliteiten van een onderzoek. Slovenië was de enige EU-lidstaat die vóór stemde. De Sloveense breuk in de EU-onthoudingsconsensus was ongetwijfeld een geschenk uit de hemel voor ‘usual suspects’ en onvoorwaardelijke ‘Israël-supporters’ Nederland en Italië. Zij zagen hun kans schoon om de Verenigde Staten te volgen en tegen te stemmen, wat ze van in het begin van plan waren. Geconfronteerd met een consensus die aan diggelen lag, “zag België zich genoodzaakt om zich samen met de meeste EU-partners te onthouden”, aldus premier Leterme. Geconfronteerd met een consensus die aan diggelen lag, hadden ze natuurlijk evengoed vóór kunnen stemmen, te meer omdat België eigenlijk vóór de resolutie was.

Tussen de EU-buitenlandministers is een dodelijke diplomatische dynamiek aan het werk. Van zodra één EU-lidstaat beslist tegen te stemmen (en dat gebeurt snel als het om Israël gaat), wordt alles op alles gezet om de consensus te redden en zich dan maar allemaal te onthouden. Dat lukt dan niet, omdat er nu en dan EU-lidstaten zijn die niet meedoen aan die 'race to the bottom', die wél moedig zijn en de mensenrechten boven interne EU-politiek plaatsen. Merkende dat een eensgezinde onthoudingstem toch niet mogelijk is, gaan die tegenstemmers dan effectief tegen stemmen.

Eindresultaat: waar België zich onthoudt om te vermijden dat de EU-stem verdeeld is, komen we uit bij een EU-stem die uiteindelijk toch verdeeld is. België had dus evengoed vóór kunnen stemmen, te meer omdat ze eigenlijk echt vóór zijn. Wat schort er aan het buitenlandbeleid als landen zich gaan onthouden als ze eigenlijk vóór zijn? Je onthouden als je voor bent, is laf. Je rekent dan eigenlijk op anderen om vóór te stemmen, je hoopt dat anderen je eigen verantwoordelijkheid vervullen.

De inspanningen om van de EU een sterke speler te maken op het internationale toneel door te spreken met één stem, draaien uit op het tegenovergestelde: de EU wordt een zwakke, ongeloofwaardige speler, niet enkel omdat de lidstaten verdeeld zijn, maar eerder omdat ze "de methode" voorrang geven op een sterk stem voor de mensenrechten.

Naast België waren ook Frankrijk, Slowakije, het Verenigd Koninkrijk en Hongarije bereid gevonden de niet-bestaande EU-consensus te volgen en zich te onthouden. Zie daar de schaamteloze vertoning van de Europese buitenlandministers, die de EU totaal belachelijk maken in internationale mensenrechtenfora als de Mensenrechtenraad en die net met hun inspanningen voor het zoeken naar een consensus bijdragen tot het ondermijnen van de effectiviteit en de geloofwaardigheid van deze sowieso al fel bekritiseerde instelling. Zoeken naar een EU-consensus, een unie die moet spreken met één stem, allemaal goed en wel, maar het eindresultaat is hetgeen wat telt. De EU faalt voor de zoveelste keer om zijn sterke steun uit te spreken voor een onderzoek naar Israëlische wandaden. De EU faalt zelfs om een vuist te maken tegen mensenrechtenschendingen tegen haar eigen burgers.

Maar dit gaat ook veel verder. Dit gaat over de werking van de EU. De resolutie en de onderzoeksmissie komen er toch, met of zonder de EU. Hét probleem is dat de EU zich hiermee compleet ongeloofwaardig maakt in de Mensenrechtenraad en in relaties met andere groepen landen. Ga nu maar eens uitleggen aan de Afrikaanse Groep om bijvoorbeeld onafhankelijke deskundigen naar Burundi te sturen. Zeer schadelijk is dat, voor de mensenrechten wereldwijd.

En zo wordt dus in onze naam aan EU-buitenlandbeleid gedaan, nota bene na een voorval waarbij een groot deel van de publieke opinie een sterker signaal verwachtte. Niet voor niets breekt er discussie uit tussen verschillende leden van de Belgische regering, niet voor niets sturen Vanackere en Leterme perscommuniqués uit om het uit te leggen.

Er ontstond een klein relletje binnen de Belgische regering. Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, betreurt dat België zich onthield bij een stemming over een Gaza-resolutie in de Mensenrechtenraad van de VN. Opvallend om te zien dat twee ministers van eenzelfde overheidsdienst elkaar openlijk bekritiseren. Ze voelen zich zelf beschaamd.

We zijn allemaal Europeaan en wij hebben een groot belang bij deze gang van zaken. Onze politici falen op Europees niveau. Ze willen spreken met één stem om "de impact van de vraag naar een onderzoek te vergroten", maar realiseren wat ze naar eigen zeggen wilden vermijden: de impact van de vraag naar een onderzoek wordt totaal ondermijnd.

Hun falen geeft munitie aan de Israëlische regering, die dergelijke resoluties makkelijk kan aanwenden om de geloofwaardigheid van de instelling te ondermijnen. Zo dragen ze allemaal bij tot het voortduren van de straffeloosheid die dezelfde misdaden doet terugkeren; die jonge Palestijnen ertoe aanzet zich aan te sluiten bij radicale en militante gewapende groepen omdat gerechtigheid niet gegarandeerd wordt (gewapende groepen die wij vervolgens verder isoleren); die internationale burgers aanzet om te doen wat regeringen zouden moeten doen, hetgeen ze met hun leven bekopen.

Mondiaal Nieuws 06.06.10

Maxime Verhagen Israel

Maxime Verhagen Israel

Minister Maxime Verhagen ontving op 29 april j.l. een prijs van het American Jewish Committee (AJC) voor "zijn inzet voor democratische waarden en zijn diepe vriendschap met Israel". Lees ook: Joodse lobby bedankt Maxime Verhagen

No comments:

Post a Comment